Op 18 maart 2025 wees het Gerechtshof Amsterdam een arrest over de vraag of dealer- en reparateurovereenkomsten, die autobedrijven met de importeur/fabrikant sluiten, aan te merken zijn als een franchiseovereenkomst in de zin van art. 7:911 BW (Wet Franchise).
Dit arrest is onder meer interessant omdat het een goed inzicht geeft in hoe het Hof beoordeelt of er sprake is van een ‘franchiseovereenkomst’ en een ‘franchiseformule’. Dit is onder meer om te bepalen of de Wet Franchise van toepassing is op een bepaalde samenwerkingsovereenkomst of handelsrelatie.
Verenigingen van autodealers en autoreparateurs starten procedure tegen importeur/fabrikant
Twee verenigingen van autodealers en autoreparateurs zijn namens meerdere autobedrijven deze rechtszaak gestart. De autobedrijven, met dealer- en reparateurovereenkomsten met een importeur/fabrikant, stellen zich op het standpunt dat alle door hen individueel gesloten overeenkomsten ‘franchiseovereenkomsten’ in de zin van art. 7:911 BW zijn. Het achterliggende motief is dat de autobedrijven aanspraak wensen te maken op rechten die de Wet Franchise biedt aan franchisenemers.
De franchiseformule: een ‘gewenst bedrijsconcept’
Het Gerechtshof legt uit dat voor de vraag of sprake is van een franchiserelatie niet de benaming, kwalificatie of titel die partijen voor hun overeenkomst hanteren bepalend is, maar de feitelijke inhoud van hun onderlinge relatie.
De kern van franchise is volgens het Hof dat de franchisegever de rechthebbende of gebruiksgerechtigde met betrekking tot een ‘franchiseformule’ en aan anderen het recht geeft en de verplichting oplegt om hun onderneming te exploiteren volgens deze ‘franchiseformule’.
Exploitatie van een ‘franchiseformule’ is het onderwerp van de franchiseovereenkomst, aldus het Hof. Volgens het Hof kan worden gezegd dat het partijen, ook de franchisenemer, te doen moet zijn om de formule en het exploiteren daarvan. De franchisenemer wenst zijn bedrijf in te richten en te exploiteren aan de hand van de operationele, commerciële en organisatorische elementen die tezamen de formule vormen. Dit is meer dan een wens om producten te kunnen verkopen die alleen van één bepaalde leverancier kunnen worden afgenomen: het is een (door de ondernemer) gewenst ‘bedrijfsconcept’, aldus het Hof.
Franchiseformule bepalend voor de (uniforme) identiteit en uitstraling van de onderneming?
Het Hof wijst ook op de eis dat de franchiseformule bepalend is voor een uniforme identiteit en uitstraling van de franchiseondernemingen. De eenheid binnen de keten in identiteit en uitstraling is belangrijk, niet alleen voor de franchisegever, maar ook voor de franchisenemers: zij zijn daarvan in zekere zin afhankelijk voor hun bedrijfsresultaatt en behoren daaraan samen bij te dragen.
De ene autodealer /autoreparateur is de andere niet
Door de wijze waarop er in deze procedure is geprocedeerd door de betreffende verenigingen van autobedrijven vindt er geen individuele beoordeling plaats van de overeenkomsten die deze dealers en reparateurs met de importeur/fabrikant hebben gesloten. Door de gekozen wijze van procederen kunnen de autobedrijven alleen de procedure winnen indien voor al de overeenkomsten geldt dat er sprake is van een franchiseovereenkomst.
Het Gerechtshof lijkt echter – in het nadeel van de autobedrijven die in een individuele rechtszaak mogelijk tot een gunstiger resultaat hadden kunnen komen – een onderscheid te maken in verschillende typen dealers/reparateurs waarvoor wordt geprocedeerd (de hierna gekozen categorieën betreft niet een door het Hof specifiek gekozen categorisatie, maar is gehanteerd omwille van de leesbaarheid):
- 1. De categorie dealers/reparateurs (waarbij het Hof in het midden laat of die dealers/reparateurs deelnemen aan deze procedure) waarbij:
– (a) voor het uitoefenen van het dealerschap conform de voorschriften van een importeur/fabrikant het ‘gewenste bedrijfsconcept’ is om hun bedrijf te exploiteren en
– (b) sprake is van een zekere uniforme uitstraling. - 2.a. De categorie dealers/reparateurs waarvoor dat anders ligt. Zoals grotere dealers, vaak met meerdere vestigingen, die vooral -regionaal- bekend zijn onder hun eigen naam en met een eigen reputatie. Met een voor hun klanten kenbare, eigen identiteit, met eigen naam, ook op hun websites en niet primair verbonden met of afhankelijk van een uniforme identiteit en uitstraling van de dealers van een bepaald merk.
- 2.b. De categorie dealers/reparateurs waarvoor dat ook anders ligt, namelijk met meerdere dealerschappen (multibrand) mogelijk zelfs bij meerdere importeurs/fabrikanten. Dus ook buiten de in rechte betrokken importeur/fabrikant. Multibrand dealerschappen laten zich volgens het Hof moeilijk verenigen met een uniforme identiteit en uitstraling van een formule van een bepaalde importeur/fabrikant.
Volgens het Hof is bij laatst genoemde twee categorieën (2a en 2b) veeleer sprake van ‘selectieve distributie’, maar niet van franchise. Dit aangezien het bij die twee categorieën niet zozeer gaat om een formule die deze autobedrijven willen exploiteren, maar om de auto’s en accessoires die zij willen verkopen. De operationele, commerciële en organisatorische elementen zijn kwalitatieve voorwaarden en eisen die het bedrijf moet accepteren om de producten te mogen verkopen, wat volgens het Hof kenmerkend is voor selectieve distributie.
Het Hof ziet in de totstandkomingsgeschiedenis van de Wet Franchise en in het overgangsrecht (ook) geen aanwijzing dat de wetgever heeft bedoeld om andere overeenkomsten onder het bereik van de Wet Franchise te laten vallen.
In deze zaak slagen de autobedrijven er aldus niet in om als ‘franchisenemer’ aanspraak te kunnen maken op rechten van de Wet Franchise, aangezien het Hof de dealer- en reparateurovereenkomsten niet als franchiseovereenkomsten aanmerkt.
Tot slot
In de advocatenpraktijk van De Franchise Advocaat worden vele franchisegevers en franchisenemers juridisch ondersteund met vragen over de Wet Franchise en interpretatie en uitleg daarvan. Onder meer over de vraag of er sprake is van een ‘franchiseformule’ en/of een ‘franchiseovereenkomst’. Heb je hier een vraag over, neem dan gerust contact op met franchiseadvocaat Jorg van de Peppel.
Lees de gehele uitspraak hier: