Non-concurrentiebeding ongeldig zonder overgedragen knowhow

27-03-2025 | kort geding, non-concurrentiebeding, rechtspraak

In maart 2025 wees de Voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland vonnis in een rechtszaak tussen een franchisegever en een franchisenemer die een jeu de boules baan uitbaat. Onderwerp van geschil is of het in de franchiseovereenkomst opgenomen non-concurrentiebeding van kracht is.

Postcontractueel non-concurrentiebeding van kracht?

In deze zaak staat de vraag centraal:

  • mag de (oud-)franchisenemer ondanks een postcontractueel non-concurrentiebeding in de franchiseovereenomst doorgaan met het uitbaten van een jeu de boules bar?

De Voorzieningenrechter overweegt dat de wet stelt dat dit soort non-concurrentiebedingen alleen geldig zijn als aan bepaalde eisen is voldaan. Het is niet voldoende duidelijk dat in casu aan die eisen is voldaan. 

 

Franchisenemer hoeft zich niet aan het postcontractueel non-concurrentiebeding te houden

In de franchiseovereenkomst is kennelijk een non-concurrentiebeding opgenomen. In art. 7:920 lid 2 sub c BW (Wet Franchise) is bepaald dat een beding dat de franchisenemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de franchiseovereenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn (een non-concurrentiebeding) slechts geldig is als: de beperking onmisbaar is om de door de franchisegever aan de franchisenemer overgedragen kwowhow te beschermen. De Voorzieningenrechter overweegt dat er een hoge drempel is om aan te nemen dat een non-concurrentiebeding onmisbaar is om overgedragen knowhow te beschermen. Volgens de Voorzieningenrechter moet het gaan om knowhow die de franchisenemer bij het aangaan en tijdens de looptijd van de franchiseovereenkomst heeft ontvangen die van zo’n aard is dat de franchisenemer, als hij na het einde van de franchiseovereenkomst met een zelfde soort onderneming doorgaat op dezelfde plek (als concurrent dus van de franchisegever/eventuele nieuwe franchisenemers), onredelijk wordt bevoordeeld ten opzichte van de franchisegever.

In deze zaak gaat het om een franchisenemer die voorafgaand aan het sluiten van de franchiseonderneming reeds een bezorgrestaurant van een andere franchiseformule exploiteerde waardoor hij al kennis had opgedaan van het uitbaten van een onderneming in het algemeen en van een bedrijf dat voedsel bereid en verkoopt in het bijzonder. Daarnaast had deze franchisenemer onder meer al ruime horeca-ervaring en was hij al 15 jaar actief in de evenementenbranche.

Op basis van de eerste analyse van de knowhow, is het voor de Voorzieningenrechter niet duidelijk dat de door de franchisegever overgedragen knowhow is toegespitst op een indoor jeu de boules-onderneming, niet eenvoudig verkrijgbaar is voor buitenstaanders en van zo’n aard is dat de franchisenemer, als zij doorgaat met het exploiteren van een jeu de boules-onderneming, onredelijk wordt bevoordeeld ten opzichte van haar voormalige franchisegever. Dat maakt dat de Voorzieningenrechter het onvoldoende waarschijnlijk acht dat een bodemrechter zal oordelen dat het non-concurrentiebeding onmisbaar is om de door franchisegever benoemde knowhow te beschermen en het beding geldig zal achten. De (oud-)franchisenemer mag dus ondanks een postcontractueel non-concurrentiebeding in de franchiseovereenomst doorgaan met het uitbaten van een jeu de boules bar. Echter is het denkbaar dat de franchisegever toch een gerechtelijke procedure bij de bodemrechter aanhanigig zal maken, mogelijk om te pogen betaling van boetes wegens overtreding van het non-concurrentiebeding te vorderen.
 

Tot slot

In de advocatenpraktijk van De Franchise Advocaat worden vele franchisegevers en franchisenemers juridisch ondersteund met vragen over onder meer het postcontractueel non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. Heb je hier een vraag over, neem dan gerust contact op met franchiseadvocaat Jorg van de Peppel.

 

Lees de gehele uitspraak hier:

Rechtbank Midden-Nederland, datum uitspraak 10-03-2025, datum publicatie 26-03-2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:1235

Over de auteur

Jorg van de Peppel
Advocaat bij De Franchise Advocaat. 

Met mijn kennis en ervaring denk ik voor franchisegevers en franchisenemers in juridische oplossingen voor hun franchiserecht vraagstukken.