Continuïteit broodjeskar ondanks concurrentiebeding

12-07-2024 | franchiserecht, non-concurrentiebeding, rechtspraak

In oktober 2023 wees de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, vonnis in een rechtszaak tussen een broodjes-franchisegever en een ex-franchisenemer met eigen broodjeskar.

Het vonnis is in juli 2024 gepubliceerd. Deze uitspraak is zo bijzonder omdat:

– schending van de informatieplicht door de de franchisegever leidt tot onverschuldigheid van de reclame-fee en IT-fee; en
– overtreding van het non-concurrentiebeding door de ex-franchisenemer slechts leidt tot matiging van de boete.

In een apart artikel is aandacht besteed aan de informatieplicht van de franchisegever over het fee-stelsel. Dit artikel gaat over de bedrijfscontinuïteit van de broodjeskar.

 

Overtreding non-concurrentiebeding leidt slechts tot fors gematigde boete

De Rechtbank overweegt dat de ex-franchisenemer na einde franchiserelatie op dezelfde locatie dezelfde soort broodjes is blijven verkopen met dezelfde menukaart (r.o. 3.28). Daardoor heeft de ex-franchisenemer volgens de Rechtbank (in principe) het non-concurrentiebeding overtreden.

De Rechtbank ziet in hetgeen de ex-franchisenemer naar voren heeft gebracht evenwel grond de boete op overtreding van het non-concurrentiebeding fors te matigen (tot minder dan € 5.000,-).

De Rechtbank motiveert dit kennelijk met dat beide partijen debet hebben aan de ontstane onwerkbare situatie die tot opzegging heeft geleid. De Rechtbank wijst erop dat partijen meermaals met elkaar hebben gecorrespondeerd en gesproken om de samenwerking en communicatie te verbeteren, maar dat dat niet tot een oplossing heeft geleid. Daarvoor is volgens de Rechtbank niet één van hen als (hoofd) schuldige aan te wijzen.

Ex-franchisenemer realiseert continuïteit van zijn broodjesverkoopkar 

De franchiseovereenkomst is geëindigd per 15 juni 2022. Het vonnis van de Rechtbank dateert van 18 oktober 2023. Aldus was er op datum vonnis al een jaar verstreken, zodat het non-concurrentiebeding van één jaar (zie r.o. 3.26) op datum vonnis al niet meer gold.

Aangezien een verbod op exploitatie buiten de procedure viel, heeft de ex-franchisenemer bedrijfscontinuïteit voor zijn broodjesverkoopkar weten te realiseren.

Tot slot

In de advocatenpraktijk van De Franchise Advocaat worden net als de (ex-)franchisenemer van deze casus vele franchisegevers en franchisenemers juridisch ondersteund met vragen over onder meer het fee-stelsel, het non-concurrentiebeding en boetebeding. Heb je hier een vraag over, neem dan gerust contact op met franchiseadvocaat Jorg van de Peppel.

Lees de gehele uitspraak hier:

Rechtbank Midden-Nederland, datum uitspraak 18-10-2023, datum publicatie 10-07-2024, ECLI:NL:RBMNE:2023:7737

Over de auteur

Jorg van de Peppel
Advocaat bij De Franchise Advocaat. 

Met mijn kennis en ervaring denk ik voor franchisegevers en franchisenemers in juridische oplossingen voor hun franchiserecht vraagstukken.